Er is weinig voor nodig om de dingen te laten veranderen. Een zuchtje wind over het land of een wolkje dat zich even losmaakt van zijn dwalende kudde is al genoeg om de zon te bedekken.
Het landschap, de kleuren, de vormen en het licht krijgen andere eigenschappen en schakeringen, bieden nieuwe perspectieven, zorgen ervoor dat de omtrekken weer scherp te zien zijn, dat er een stapje opzij wordt gezet om beter te kunnen kijken.
Gedachten, stemmingen die een bepaalde kant opgingen, slaan ineens een andere weg in waarvan niet duidelijk is waar die naartoe leidt. Maar dat maakt niet uit, want ze komen toch nooit aan het eind van dat pad; prompt, zodra je erover nadenkt, zodra je eens goed kijkt, zodra je ernaar luistert, transformeert alles zich alweer, en dan nog eens, tot in het oneindige.
De dingen zouden ook snel veranderen voor La Conventina, het landgoed dat minstens drie eeuwen lang had toebehoord aan mijn familie – de Bajocchi del Drago’s – en nu op het punt stond in andere handen over te gaan. Niet vanwege een ongelukkig toeval, maar door een koopvoorstel dat ik een tijdje daarvoor had ontvangen. Een onverwachts aanbod, zelfs nogal destabiliserend.
Maar beslist aantrekkelijk.
Ik was gebeld door een collega van een vooraanstaand Frans advocatenkantoor, die me voorstelde om een afspraak te maken in Milaan of Genua, steden waar ik mijn financiële en juridische werk verricht. Ik dacht dat het om een nieuwe opdracht ging, om een consult, dus had ik zonder verder veel vragen te stellen ja gezegd, prima, dan zien we elkaar daar. De advocaat die op de afspraak kwam opdagen, had zich zakenverkenner’ genoemd, zo iemand die op vooronderzoek wordt gestuurd om het terrein te verkennen. Hij kwam namens ene François de Nevers, die op zijn beurt de juridisch vertegenwoordiger was van een solide groep investeerders in de luxesector, met vestigingen in half Europa.
Die heren hadden – hoe, wanneer of via wie, dat werd me niet verteld – al een tijdje hun oog op La Conventina laten vallen en wilden haar kopen. Geschatte totale waarde: meer dan honderd miljoen euro. Een bedrag om steil van achterover te vallen, maar dat daar zonder blikken of blozen op tafel werd gelegd.
‘Neem me niet kwalijk, maar wat moeten die lui met zo’n groot landgoed midden in de heuvels van de Oltrepò Pavese?’ vroeg ik, terwijl ik mijn verbijstering en onstuitbare opwinding probeerde te verbergen.
‘Het is mijn taak om een eerste onderzoek te doen, om wat uitgangspunten te bepalen, ik ken de projecten niet tot in de details.
Uw landgoed ligt niet ver van plaatsen waar de investeerders al andere ondernemingen hebben. Het terrein bevindt zich op een uitstekende locatie. Ik neem aan dat bepaalde gewassen die het bedrijf belangrijk maken bewaard zullen blijven, dat het jachtterrein gemakkelijk kan worden uitgebreid en dat de rest zal worden omgebouwd tot een exclusief resort met karakteristieke verblijven, een sterrenrestaurant, golfbanen, een spa en waarschijnlijk een fokkerij van volbloedpaarden. Maar dat heb ik allemaal alleen van horen zeggen, van geruchten die na vergaderingen zijn uitgelekt.’
‘En de families?’
‘Welke families?’
‘Die voor La Conventina werken. Ze wonen er vaak al generatie lang. Dat het bedrijf zo sterk en aantrekkelijk is, is hun verdienste.’
De advocaat wachtte even voordat hij antwoord gaf, trok zijn wenkbrauwen op en zei met een sarcastisch lachje: ‘Weet u, meneer Bajocchi, u weet beter dan ik dat bij grote aankopen, vooral als die veranderingen teweegbrengen, de mensen helaas van marginaal belang zijn en er soms zelfs helemaal niet toe doen. Maar u kunt altijd aan de nieuwe eigenaar vragen om hun een woning in de nieuwe opzet te geven, mits ze zich kunnen aanpassen.’