Het was meer dan een bar, zoals directeur Rossetti hem in zijn sms’je had genoemd. Dit was een elegante salon, een grand café uit vervlogen tijden, met marmeren tafeltjes op gevlochten gietijzeren poten, bankjes van groen fluweel, vitrines met art-nouveaudetails die rechtstreeks uitkwamen in de zuilengalerij, gladgepolijste pilaren, wandlampen, een houten bar waarop al meer dan honderd jaar handen, glimlachjes en vertrouwelijkheden werden gelegd. En verder hing er een aangenaam gedempte sfeer, met obers die op sluipvoeten kwamen en gingen, die luisterden naar de bestellingen die de klanten hun toefluisterden en die gehoorzaam de aanwijzingen opvolgden die de baas met nauwelijks waarneembare hoofdknikjes en handgebaren uitdeelde, bijna als een orkestdirigent.
Ik was in een hoekje gaan zitten, naast het lichte raam dat uitkeek op het plein. Ik had mijn tas, mijn agenda en mijn zonnebril op het brede bankje gelegd, terwijl ik mijn boek in mijn hand hield, met de bedoeling een paar bladzijden te lezen, aangezien ik veel te vroeg was voor mijn afspraak. A Farewell to Arms van Ernest Hemingway, uitgegeven door Penguin Books. Een zeldzame editie uit 1958, een paar minuten eerder gekocht in de buurt van de Piazza del Popolo, bij boekhandel Rinascita, die gevestigd was in de zalen van een historisch gebouw waar ooit zijderupsen werden gekweekt. Struinen naar boeken in vreemde talen op de tweedehandsafdeling van de grote boekwinkels of in de rijen dozen op marktkraampjes was mijn passie, en inmiddels had ik er een vaste gewoonte van gemaakt om ze langzaam te lezen en elke zin ervan te proeven.