De wind is sterker geworden en loeit onrustig rond de hoeken van het grote vrijstaande huis van glas en gepleisterd beton. Het gekraak op de overgang van de muur naar het plafond wordt gaandeweg luider, en het gedempte knallen doet denken aan een knetterend kampvuur. Uit het feit dat de sneeuwduinen op de patio in rap tempo verdwijnen, blijkt hoe hard het waait. Maria Koponen knoopt de ceintuur van haar vest strak vast en staart door de grote ramen van de woonkamer in de duisternis. Ze kijkt naar de bevroren zee – die in dit jaargetijde verbazingwekkend veel op een uitgestrekte akker lijkt – en vervolgens naar het pad naar de bootsteiger, dat door kniehoge tuinlampen wordt verlicht. Maria begraaft haar tenen in het hoogpolige tapijt dat bijna de hele vloer bedekt. Het is warm en knus in huis. Toch is ze rusteloos, en ook de kleinste manco’s vindt ze buitengewoon irritant. Zoals die onmogelijk dure tuinlampen die weigeren naar behoren te functioneren. Pas wanneer ze merkt dat de muziek is gestopt, schrikt Maria op uit haar gedachten. Ze loopt langs de open haard naar de gigantische boekenkast, waar de bijna vierhonderd grammofoonplaten van haar echtgenoot in vijf keurige rijen bijeenstaan. Maria heeft in de loop der jaren geleerd dat muziek in dit huishouden niet op een smartphone wordt afgespeeld. Vinyl geeft echt een stukken betere sound. Dat heeft Roger jaren geleden al gezegd, toen Maria voor het eerst naar de verzameling bleef staan kijken. Destijds waren er driehonderd lp’s. Bijna honderd minder dan nu. Het feit dat het aantal platen tijdens hun samenzijn relatief weinig is gestegen, herinnert haar eraan dat Roger in de jaren vóór haar ook al een leven had. Zonder haar. Zelf is Maria met slechts één man samen geweest voordat ze Roger leerde kennen; de verkering die op de middelbare school begon, leidde tot een huwelijk op jonge leeftijd en eindigde door de ontmoeting met de beroemde auteur. Anders dan Roger heeft Maria nooit kans gezien van het vrijgezellenbestaan te proeven. Soms wilde ze dat ze dat ook had mogen ervaren: het onbestemde rondhangen, het vinden van jezelf, de losse relaties. De vrijheid. Het stoort Maria totaal niet dat Roger zestien jaar ouder is dan zij. Wat aan haar knaagt, is de gedachte dat ze op een dag rusteloosheid zal ervaren, een rusteloosheid die alleen bedaart als je je maar vaak genoeg op het onbekende stort. En Roger heeft dat in zijn vroegere leven kunnen doen. Nu ineens, op deze stormachtige avond in februari, terwijl ze in haar eentje door hun grote huis aan de kust slentert, beschouwt Maria dat gegeven voor het eerst als een bedreiging. Als een onevenwichtigheid waardoor het schip te sterk kan overhellen, mocht hun relatie ooit in het oog van een echte storm belanden. Maria tilt de naald van de platenspeler op, neemt Blonde on Blonde van Bob Dylan tussen haar vingers en steekt de plaat voorzichtig in de kartonnen hoes, waarop de jonge artiest zelfverzekerd en nors in de camera kijkt, gehuld in een bruine suède jas en een zwart-wit geruite sjaal. Ze zet de plaat terug in de kast en pakt op goed geluk een andere, uit het achterste deel van de alfabetisch gerangschikte collectie. Even later klinkt na een kort geruis de honingachtige, zachtaardige stem van Stevie Wonder. En dan ziet Maria het opnieuw. Ditmaal vanuit een ooghoek. De tuinlamp die het dichtst bij de waterlijn staat, dooft even uit. En springt dan weer aan.