De autosleutel klikt in het contact en ik kreun. Toe nou. Gisteren ging het klikje tenminste nog over in hoopgevend gesputter. Vanochtend blijft het gesputter achterwege, wat echt super is op de dag dat ik het allereerste voortgangsgesprek in mijn nieuwe baan zou hebben. Mijn níéuwe nieuwe baan. Mijn vader zegt dat ik het wat banen betreft na tien weken altijd op mijn heupen krijg. Ik heb hem nog niet durven vertellen dat ik het nu aan het eind van week vier al op mijn heupen begin te krijgen, want ik weet dat hij het aan mijn moeder zal vertellen, die dan haar vaste preek over betrouwbaarheid en inzet zal afsteken. Je moet dit soort dingen langer volhouden, Beth. Je moet jezelf bewijzen. De radio springt aan met een lokaal verkeersbericht. Langzaam rijdend verkeer op de A39 tussen Kilkhampton en Stratton vanwege een veewagen met pech eerder op de ochtend. Ik rol met mijn ogen. In mijn dorp roept iedereen altijd dat we van geluk mogen spreken dat we in dit deel van de wereld wonen en hoe vreselijk het moet zijn om elke dag door een grote stad naar je werk te moeten rijden, maar in een grote stad zou ik in elk geval niet voor boerderijdieren hoeven stoppen. Ik snap het heus wel, hoor. Op warme dagen stinkt het in de metrogangen naar oksels en sokken, maar het mestseizoen in het noorden van Cornwall is ook niet bepaald weldadig voor de zintuigen. Ik probeer de sleutel nog een keer. KLIK, KLIK, KLIK, niets. In mijn tas zit een fles water. Ik draai de dop er af en giet alles in één teug naar binnen. Inwendig vervloek ik mezelf omdat ik geen water heb gedronken voordat ik naar bed ging. Mijn zus zweert bij het drinken van een halve liter water na een avondje stappen (ook al moet ik haar er steeds aan herinneren dat een avondje stappen toch echt iets anders is dan een etentje met haar man en een ander stel, waarbij over slaaptraining en aanmeldingen voor lagere scholen wordt gesproken). Onze Emmy is een fan van mantra’s en haar allernieuwste luidt: DOE JE TOEKOMSTIGE IK EEN PLEZIER. Uiteraard plaag ik haar hier onophoudelijk mee, maar stiekem denk ik dat ze eigenlijk wel gelijk heeft. Ik kan me heel goed voorstellen dat Toekomstige Emmy in haar nopjes is met de altijd vooruitdenkende Vroegere Emmy. Toekomstige Beth voelt zich juist voortdurend in de steek gelaten door Vroegere Beth, die haar slechts opzadelt met een gigantische berg spijt over dingen die op het moment zelf zo’n goed idee leken. Ik stel me zo voor dat dát uiteindelijk op mijn grafsteen komt te staan: HIER LIGT BETH. GELIEFDE DOCHTER, ZUS, TANTE EN VRIENDIN. EEN KEI IN DINGEN BEDENKEN DIE OP HET MOMENT ZELF EEN GOED IDEE LEKEN. Ik had dat vijfde glas wijn niet moeten nemen.