‘I wish I was a little bit taller,’ rapte Skee-Lo. Radiohead zong ‘I wish I was special,’ en Claudia de Breij zong ‘was ik maar een held’. Open een willekeurige afspeellijst op Spotify en het zal je opvallen dat buitengewoon veel artiesten iets hadden-willen-zijn.
Ondanks het feit dat ik geen zanger ben (geloof me, niemand wil me horen zingen), heb ik óók zo’n vurige wens. Ik hoef niet speciaal te zijn, niet langer dan mijn bescheiden een meter vijfenzestig en ook geen held. Het zou mooi meegenomen zijn natuurlijk, maar geen absolute must. Ik heb echter wel één vurige wens. Ik streef er al mijn hele volwassen leven naar, en tot nu toe is het er niet van gekomen. Mijn wens? Ik zou zo graag willen dat ik als een anti-aanbakpan was. Zo’n glimmende pan waar alles vanaf glijdt. Wat er ook in of op gesmeten wordt: even schuin houden en de pan is weer als nieuw. Alles glijdt er met een vloeiende beweging zó vanaf. Nu wil ik niet echt een pan zijn, hè, dat zou gek zijn, maar die eigenschappen lijken me wel wat. Ik wil een anti-aanbakbrein. Deel jij deze wens met mij? Gefeliciteerd, dan heb je het goede boek te pakken. Lekker doorlezen, dus.
Herken je je niet meteen in deze wens, dan is er nog geen man overboord.