In 1953 ontmoeten vier vrouwen elkaar in het pittoreske Starnberg in Beieren. Het is het begin van de economische groei. Tussen de nylonkousen, emancipatie, liefde en vriendschap, hebben ze allemaal één gemeenschappelijke wens: eindelijk weer gelukkig zijn.
Luise Dahlmann droomt van haar eigen kleine kruidenierswinkel. Drie vrouwen zal Luise daar steeds weer ontmoeten: Annabel von Thaler, de rijke doktersvrouw van hiernaast, de jonge student-verpleegkundige Helga Knaup en Marie Wagner die uit Pruisen is gevlucht. Dit is het eerste deel van de succesvolle Wondervrouwen-trilogie: drie romans over het leven van vier vrouwen, van de economische bloei in het midden van de jaren vijftig tot de Olympische Spelen van 1972. We stellen graag de vier wondervrouwen aan je voor. En, leuk om te weten, deel twee verschijnt in juni 2023 en deel drie verschijnt in juni 2024!
Annabel von Thaler is getrouwd met de geneesheer-directeur van de welbekende Seekliniek in Starnberg. Ze zit opgesloten in haar zelfgekozen gouden kooi – haar enige lichtpuntje is haar zoontje Friedrich. Ze vindt steun in haar geloof, komt ondanks grote problemen op voor zichzelf, haar man en haar kinderen en wil werken aan verandering in haar leven.
Voor de oorlog woonde Marie Wagner op een groot landgoed in Silezië. Na jaren op de vlucht te zijn geweest voelt ze zich uitgeput en gebroken. Haar laatste kans lijkt een baan als rijmeester op de stoeterij van de familie Wittelsbach. Ondanks haar trauma put ze kracht uit kunst en paarden, en dankzij de liefde van haar nieuwe familie vindt ze zichzelf terug.
Luise Dahlmann koestert één grote wens: een eigen buurtwinkel beginnen. Ze is een doener, vinkt graag lijstjes af en pakt zo elke uitdaging aan. Inventief als ze is, vindt ze voor bijna alles wel een oplossing.
Helga Knaup kan haar van tevoren uitgestippelde leven als dochter van een rijke fabrikant niet meer aan. Ze breekt met haar conservatieve ouders en wil het voortaan op eigen houtje redden. Dan weet ze een opleidingsplaats te bemachtigen in de Starnbergse Seekliniek. Ze heeft lak aan conventies, gaat met mannen om op haar eigen voorwaarden en vecht voor vrouwenrechten.
Stephanie Schuster werd geboren in Niederpöcking in 1967. Van jongs af aan schilderde en tekende ze, wat ze leerde van haar vader, de schilder Josef Wagner. Haar vader bracht haar ook de liefde voor lezen en voor boeken bij. Ze begon verhalen te verzinnen en erbij te tekenen. Schuster studeerde daarna aan de kunstacademie van München en illustreerde, na het voltooien van haar studie grafisch ontwerp, vele kinder- en jeugdboeken. Op 40-j
