Laura Kilbride, 25
Aan het begin van het boek heeft Laura, die in haar jonge leven al verschrikkelijke tegenslagen te verwerken heeft gekregen, de grootste moeite om haar chaotische bestaan in het gareel te houden wanneer ze wordt beschuldigd van de brute moord op een jongeman, Daniel Sutherland. Met haar voorgeschiedenis van geweld en crimineel gedrag, bloed aan haar handen en getuigen die naar haar wijzen, lijkt Laura in een hopeloze situatie te zitten.
En toch is ze in feite niet zonder hoop. Wat ik leuk vind aan Laura, is haar vastberaden opgewektheid, haar moed en haar hartelijkheid. Ze mag dan zelf aan het worstelen zijn (ze wankelt op de rand van het bestaansminimum, heeft het ene na het andere baantje), dat weerhoudt haar er niet van te proberen anderen te helpen. Ze heeft het gevoel dat er voortdurend over haar wordt geoordeeld, maar zelf oordeelt ze niet. Ondanks haar beschadigingen en emotionele littekens is ze niet verbitterd en zint ze niet op wraak. Ze is wel vaak kwaad en gekwetst, maar toch houdt ze nog steeds van haar ouders. En als ze zich misdraagt (wat regelmatig voorkomt), voelt ze zich achteraf ellendig.
Laura is een jonge vrouw op zoek naar een medestander, iemand die stevig genoeg op de benen staat om haar te helpen, een moederfiguur. Die vindt ze in Irene.