In de stilte van een moeder wint de liefde het altijd van de waarheid. Want precies daar, in dat van angst en verlangen vervulde zwijgen, vind je een plek om te dromen, een toevluchtsoord om je te beschermen tegen de duisternis, om de jaren die de Burgeroorlog heeft afgepakt een plaats te geven en je gefnuikte kindertijd nog enigszins te redden.
Nil werd wakker op een vochtige, in nevelen gehulde ochtend. Hij kon niet wachten om met een flesje prik naar Tarzan the Ape Man te gaan kijken en de hardnekkige droom achter zich te laten die hem al jaren plaagde. Daarin schreeuwde zijn vader wanhopig zijn naam vanuit een cel met allemaal bloedvlekken op de afgebladderde muren en smeekte hij een onbekende man om hem geen pijn meer te doen.
Het eerste daglicht drong de kleine huiskamer binnen, en Soledad, die niet doorhad dat haar zoon er ook was, zat met haar neus in de boeken van het timmermansbedrijf van Joan Romagosa. Daarmee verdiende ze het karige loontje waarvan ze leefden. En met zwarte handel, verstelwerk en andere klusjes. Alleen op dat moment van de dag verscheen er een echte glimlach op haar gezicht. Alsof ze een hogere macht bedankte dat ze nog een dag met haar zoon mocht
doorbrengen, dat niemand hem van haar had afgepakt, zoals bij haar kleine Rosa was gebeurd. Nil kuste zijn moeder met de oprechtheid van een jongen die nog geen man is geworden en stortte zich gretig op de geroosterde boterham die op tafel lag.
‘Gefeliciteerd met je verjaardag, lieverd,’ zei Soledad. Ze gaf Nil een stevige knuffel en trok toen snel de la open van het enige meubel in de kamer dat nog over was. De andere hadden ze opgestookt om de kou van de afgelopen winter te verdrijven. Een rond voorwerp ter grootte van een koekenpan met bruin pakpapier eromheen toverde een glimlach op zijn gezicht.