Voordat de zon opkomt, begint Flannery O’Connor haar dag met een ochtendgebed en een thermoskan koffie die ze met haar moeder deelt.
Om zeven uur woont O’Connor de dagelijkse katholieke mis bij. Op hetzelfde moment arriveert Maya Angelou niet ver van haar huis in een motelkamer, waar ze gevraagd heeft om alle kunst van de muren te verwijderen. Ergens halverwege de ochtend kleedt Victor Hugo zich helemaal uit en geeft zijn bediende de opdracht om zijn kleren te verstoppen totdat hij zijn dagelijkse schrijfdoelen heeft gehaald. Om precies halfvier (zó exact dat iedereen in de stad zijn klok op hem gelijk kan zetten), gaat Immanuel Kant met zijn Spaanse wandelstok in de hand de deur uit voor zijn middagwandeling. In de avond stapt Agatha Christie in bad, waar ze een appel eet. En aan het eind van een lange dag haalt Charles Dickens het kompas tevoorschijn dat hij altijd bij zich heeft om er zeker van te zijn dat het hoofdeinde van zijn bed naar het noorden wijst. Vervolgens blaast hij de kaars uit en valt in slaap.
De paragraaf die je net hebt gelezen – een samengestelde dag uit het leven van zes wereldberoemde schrijvers – lijkt misschien een schets van creatieve waanzin of op zijn minst excentriciteit. Maar deze beroemde schrijvers voeren zeer betekenisvolle handelingen uit, die ze telkens weer herhalen. Ook al
komen deze handelingen op jou misschien volkomen willekeurig over, ze voelden voor deze schrijvers heel goed aan, en ze werkten ook voor hen. Ze waren allemaal bezig met het uitvoeren van rituele handelingen.
Je denkt misschien dat excentriek gedrag hoort bij het werk van creatieve mensen zoals dichters, romanschrijvers en filosofen. Maar ik had net zo goed voor een andere categorie toppresteerders kunnen kiezen. Keith Richards wil altijd een stuk shepherd’s pie, en ook altijd het eerste stuk, vlak voordat hij met The Rolling Stones het podium op gaat. Chris Martin verlaat naar verluidt pas zijn kleedkamer om met zijn bandleden van Coldplay naar het podium te lopen als hij heel precies zijn tandenborstel en tandpasta heeft gepakt en zijn tanden een snelle maar nauwkeurige poetsbeurt heeft gegeven.
Marie Curie kon, tragisch genoeg, alleen in slaap vallen als haar kleine flesje radium naast haar bed stond. Barack Obama kon de verkiezingsdag alleen doorkomen als hij een goed georganiseerd potje basketbal met bepaalde vrienden had gespeeld.
Raad nu eens wie de volgende twee rituelen uitvoeren vóór elke voorstelling:
Ik knak mijn vingers en tik met mijn vingers tegen bepaalde delen van mijn lichaam. Als ik dat gedaan heb, inspecteer ik mijn lichaam van top tot teen.
Ik sluit mijn ogen en stel me voor dat ik bij mijn hond ben.
Ik noem vier dingen die ik zie, drie dingen die ik ruik, twee dingen die ik hoor en één ding dat ik voel.
Serena Williams? Tom Brady? Dat zou heel goed kunnen, maar later in dit boek kom je meer te weten over de rituelen van Serena en Tom. Dit zijn de rituelen die twee willekeurige mensen hebben ingevuld op een vragenlijst van mijn collega’s en mijzelf, waar we al tien jaar mee werken om de wetenschap van rituelen te onderzoeken. Deze personen voerden de rituelen uit voorafgaand aan een geleverde prestatie.
Mijn collega’s en ik aan Harvard en over de hele wereld
– psychologen, economen, neurowetenschappers en antropologen – hebben het voorrecht gehad om werkelijk verbazingwekkende individuele en collectieve rituelen te onderzoeken met het doel om beter inzicht te krijgen in wat rituelen zijn, hoe ze werken en hoe ze ons helpen de uitdagingen aan te gaan en de kansen te benutten die het dagelijks leven ons biedt.