Locaties
De locaties in deze roman zijn ontleend aan plekken in de buurt van mijn huis in Londen. Begin 2018, toen ik eraan begon, besteedde ik ’s ochtends heel wat tijd aan wandelingen langs Regent’s Canal om naar mensen en boten te kijken. Geen idee of ik hier uniek in ben, maar als ik wandel, betrap ik mezelf er vaak op dat ik uitkijk naar goede plekken om je van een lijk te ontdoen, en het viel me op dat de meeste woonboten op het kanaal weliswaar prachtig en duidelijk liefdevol onderhouden waren, maar dat een enkeling verlaten leek, en soms zelfs half onder water lag, en het kwam in me op dat je heel goed een lijk in een van die boten kon leggen en dat het er dan misschien wel dagen of zelfs wekenlang onontdekt zou blijven liggen.
In het boek gaat het natuurlijk heel anders, maar het plan was van meet af aan dat er in elk geval een lijk in een boot zou zijn. En het leek me juist om de rest van de actie te laten gebeuren op de straten en pleinen rond het kanaal, in een deel van Londen met een gevarieerde, kleurrijke geschiedenis.
Ten zuiden van het kanaal ligt Clerkenwell, de buurt waar Irene en Laura (en ik) wonen. Het is de oudste woon- en zakenwijk van Londen en bood ooit onderdak aan diverse religieuze instellingen, zoals de Knights Hospitallers of St John of Jerusalem en het nonnenklooster St Mary’s, maar later kreeg de buurt een aanzienlijk slechtere naam als toevluchtsoord voor dieven en een plek waar lichte vrouwen rondhingen. In de negentiende eeuw was het de Londense wijk met het hoogste aantal moorden.
Tegenwoordig is Clerkenwell vreselijk veryupt, met straten vol designwinkels en een paar van de beste restaurants van Londen, al is het nog steeds een heel gemengde wijk, een van de vele buurten in Londen waar de rijken zij aan zij wonen met de armen, en geprivilegieerden en maatschappelijk minder geslaagden dagelijks elkaars pad kruisen. Er is een enorme kloof in onze samenleving, een kloof die voortdurend groter wordt: je kunt je zonder moeite voorstellen hoe onverdraaglijk dat moet zijn voor mensen die in moeilijke omstandigheden verkeren en het gevoel hebben dat ze niets aan hun lot kunnen veranderen, mensen als Miriam en Laura.
Wat ook heel duidelijk is, is de ongerijmde eenzaamheid van veel mensen die in dit overbevolkte deel van het centrum van Londen wonen. Een keer op de terugweg van de bioscoop zagen mijn partner en ik een bejaarde vrouw op Hayward’s Place voor haar open voordeur staan. Met een ongeruste uitdrukking op haar gezicht keek ze op en neer de straat af, alsof ze op iemand stond te wachten. Toen wij dichterbij kwamen, vroeg ze mijn partner of hij even kon binnenkomen om een lamp voor haar te vervangen, en dat deed hij. Ze bedankte hem en wij liepen verder, maar ik was diep getroffen door de eenzaamheid van dat moment, dat iemand geduldig op straat moest staan wachten tot er iemand voorbijkwam die hem of haar kon helpen.