Britse journalist over haar oudtante Rebecca West

Herinneringen aan Rebecca West

Hoe zou je Rebecca West omschrijven?

Rebecca West was een van de meest buitengewone, boeiende en inspirerende intellecten van de twintigste eeuw en ze verdient veel meer erkenning dan ze nu krijgt. Voor mij in het bijzonder was ze ook een fascinerende, gulle en tegelijkertijd behoorlijk intimiderende oudtante.


Welke herinneringen aan West zijn je het dierbaarst?

Mijn favoriete herinnering is de dag dat ik me ervan bewust werd dat ik niet meer door een ander familielid hoefde te worden begeleid als ik bij haar op bezoek ging (Rebecca stond er namelijk om bekend dat ze jonge familieleden kon verslinden). Toen ik vijftien was kwam ik eens te vroeg op onze afspraak en het familielid dat me moest begeleiden was nog niet komen opdagen. Ik zat braaf op de trap buiten haar flat te wachten, tot ik opeens dacht: O, in godsnaam! Ze is mijn oudtante, ze is schrijfster en ik wil schrijfster worden. Waar ben ik bang voor? Dus klopte ik op de deur. We hadden maar een paar minuten samen voordat mijn familielid zou arriveren, en Rebecca vroeg me met een twinkeling in haar ogen naar mijn gepiercete neus. Dit was 40 jaar geleden, toen degelijke meisjes nog geen neuspiercings droegen, en mijn ouders verafschuwden het dan ook. Dus ik vroeg Rebecca of ze het afkeurde. Ze zei nee, maar vond dat het niet goed bij mijn ‘keurige’ kapsel paste, en toen schoten we allebei in de lach. Daarna kon ik zonder toezicht van mijn afspraken met haar genieten!

Een van de dingen die ik verder zo leuk aan haar vond, was de manier waarop ze een woord kon laten klinken alsof je het voor de eerste keer hoorde. Ze had de neiging om halverwege een zin te pauzeren, haar hoofd achterover te gooien en haar mond tot een gigantisch langwerpig gat te vormen, waaruit dit ene woord zou komen. Op de een of andere manier klonk dat woord dan veel aangenamer en krachtiger.


Hoe was je relatie met haar? Ik las dat je tot je zeventiende contact met haar had. Herinner je je een interessante anekdote die haar karakter weerspiegelt?

Ik was zeventien toen ze stierf, en we leerden elkaar eigenlijk pas net kennen, dus dat was triest, maar ik ben dankbaar dat ik haar überhaupt heb mogen leren kennen. Ze hield me altijd scherp. Toen ik een keer langskwam voor thee zei ze: ‘Oh my dear, ik had je echt moeten uitnodigen voor de lunch in plaats van thee.’ Ik antwoordde haar toen beleefd dat het voor mij niet uitmaakte en dat ik tevreden was met het feit dat ik tijd met haar kon doorbrengen. Maar ze was heel volhardend, wat me verbaasde. Toen zei ze: ‘Ik had je voor de lunch moeten uitnodigen, want Warren Beatty was hier zojuist.’ Op dat moment kon ik mezelf wel opvreten, maar Rebecca vermaakte zich kostelijk door die reactie, juist omdat zij die zo bewust uitgelokt had.


Je bent de dochter van Wests favoriete neef, Norman, die uitvinder was. Waarom denk je dat ze het zo goed met elkaar konden vinden?

Mijn vader was ongelooflijk charmant, intelligent, bescheiden en knap. Hij was heel levendig van geest, wat ze het meest in hem waardeerde. Ze had bovendien geen last van concurrentie bij hem, omdat hij scheikundig ingenieur was.


Wanneer heb je de Aubrey-trilogie voor het eerst gelezen? Hoe dacht je toen over je familie en je afkomst?

Tot mijn grote schaamte moet ik bekennen dat ik de trilogie pas las toen ik in de dertig was. Ik ging ervan uit dat het nogal saai zou zijn − een soort verouderde soapserie over mensen die voor de lol rijmden in hun gesprekken. Maar wat had ik het mis − het is wonderlijk! Ik was vooral gefascineerd door het personage dat op haar vader gebaseerd is. Charles Fairfield, Rebecca’s vader, was een echte legende in onze familie, en een schoft. Maar in de romans kon ik lezen hoe wonderbaarlijk levendig en slim hij ook kon zijn. Als schrijver was ik het zwarte schaap in een verder wetenschappelijke familie, maar hierdoor besefte ik dat ik maar één generatie terug hoefde te gaan om me te verbinden aan mijn familie, dus dat bood me troost. Ik wou alleen dat het personage van Cordelia niet zo akelig was. Een van Rebecca’s grote tekortkomingen was dat ze volhield dat haar oudere zus Lettie haar vijand was. Ze beweerde dat Lettie haar in huis als een ‘weerzinwekkende indringer’ beschouwde.


Welke verhalen vertelde jouw grootmoeder Winnie, de moeder van je vader, over haar eigenaardige familie?

Mijn grootmoeder stierf helaas voordat ik werd geboren, dus ik heb haar nooit leren kennen. Maar ik vind het geweldig dat het personage van Mary in De familie Aubrey op haar is gebaseerd, en dat ze haar piekerende zus steeds weet te kalmeren met de wonderlijke middelen van muziek en poëzie.


Zijn er voorwerpen van je familie die je hebt bewaard? Wat is er bijvoorbeeld gebeurd met de piano van de moeder van Rebecca, Lettie en Winnie, en de portretten die ze voor haar man verborgen hield?

Ik heb wat meubels en portretten geërfd, maar de belangrijkste erfenis voor mij is haar werk, en dat zeg ik niet alleen omdat ik haar literaire nalatenschap beheer. Als ik zelf geen inspiratie heb pak ik het er vaak bij; het lezen ervan zorgt ervoor dat je je slimmer voelt.


Heb je ook dingen geërfd die je aan haar en haar stijl doen denken, bijvoorbeeld jurken, sieraden of accessoires?

Ik heb een sjaal, een tas en een rok van haar, allemaal prachtig en van hoge kwaliteit, maar die passen helemaal niet bij mij, aangezien ik in hart en nieren een oude punkrocker ben. Maar toen in 2004 en 2005 in New York en Nederland een solovoorstelling over Rebecca werd opgevoerd, heeft de actrice Anne Bobby deze items gebruikt bij haar vertolking van Rebecca, wat ze echt briljant deed. Ze slaagde er zelfs in dat maniertje met haar mond na te doen.


Hoe herinner je je Wests huis in Londen?

Ze had een zeer groot appartement met uitzicht op het Albert Memorial in Hyde Park. Het had een gigantische woonkamer aan de voorkant van het huis, waarin ze bezoek ontving, en een aantal privékamers aan de achterkant, waaruit ze dan haar entree maakte. Helaas lag het appartement naast de Iraanse ambassade, en heeft ze in 1980 op korte termijn moeten evacueren, omdat die werd binnengevallen door gewapende mannen. Al vermoed ik dat ze dat eigenlijk wel spannend vond.Het appartement was mooi en hing vol met kunst. Ik herinner me dat ik de Da Vinci-cartoon aan haar wand al waardeerde voordat ik wist wat het precies was. En tegelijkertijd vroeg ik me af waarom ze in hemelsnaam zo’n gigantisch lelijk olieverfschilderij boven de schoorsteenmantel had hangen. Het was een Lowry. Rebecca had een reeks geweldige huishoudsters. Een van hen was een gevreesde Schotse dame die me ooit bij de deur begroette met de uitspraak: ‘Dame Rebecca trekt haar ochtendkledij aan.’ Rijkdom en privileges waren duidelijk aanwezig, maar toen ik ouder werd realiseerde ik me dat ze daar niet veel om gaf. Het liefst wilde ze met veel vaart haar ideeën de ruimte in kaatsen, zoals in een professionele tenniswedstrijd. Toen ik dat eenmaal begreep, was ik helemaal niet bang meer voor haar en bewonderde ik haar om hoe ze was − een briljante, geestige, heldere persoon die erin was geslaagd goed betaald te worden voor datgene wat ze graag deed.


Rebecca West was altijd een vrije geest: ze had een zoon met H.G. Wells en was de minnares van Charlie Chaplin. Jij hebt haar in het echt meegemaakt. Hoe heeft ze die mannen leren kennen en in welk opzicht ervoer ze vrijheid in de relaties die ze had?

Ik was niet echt bekend met Rebecca’s persoonlijke leven, en tegen de tijd dat we bevriend waren, was ze al in de tachtig. Ze vertelde me ooit een prachtig verhaal over haar inbraak in het Central Park Boathouse met Charlie Chaplin. Hoe ze met een boot op het meer waren gaan varen in het maanlicht, en gearresteerd werden, dat was tijdens de Drooglegging in de Verenigde Staten. Het klonk erg leuk. Ik denk inderdaad dat ze een vrije geest was, zeker, maar tegelijkertijd kampte ze met de akelige realiteit van deze intellectuele generatie, waar ook H.G Wells toe behoorde. Het was een generatie die ‘vrije liefde’ predikte, maar de vreselijke gevolgen voor de betrokken vrouwen, zoals zwangerschap en schande, waar ook Rebecca op 21-jarige leeftijd mee te maken kreeg, negeerde, en die ongelijkheid juist in de hand werkten. Je stelt je hierbij meteen een grijpgrage oudere man voor die een jonge vrouw lastigvalt en iets zegt als: ‘O, wat ben jij een lekker vrijgevochten klein ding.’ Rebecca leerde al snel dat mannen zich aangetrokken voelden tot haar onafhankelijkheid, intelligentie en kracht, maar er tegelijkertijd ook voor terugdeinsden.


West had een opmerkelijke persoonlijkheid, zoals ze zich in een Bentley met haar eigen chauffeur door Londen liet vervoeren. Denk je dat ze een excentriekeling was? Heb je ooit met haar in die auto gezeten?

Ik zou haar niet excentriek willen noemen − meer volkomen uniek. Haar nicht Alison zei dat Rebecca terug zou komen als vuurwerk, als ze ooit zou reïncarneren.Toen ik haar leerde kennen, was ze niet zo mobiel meer, dus ontving ze haar bezoek meestal in haar flat in Londen. Maar ze heeft me weleens mee uit rijden genomen in haar Bentley, in 1981. Het was een zilverkleurige gestroomlijnde auto met een zacht snorrend motorgeluid. Haar chauffeur reed ons naar Wheeler’s of St. James voor de lunch. Ze vroeg me: ‘Hou je van vis?’ Ik haatte vis, maar knikte beleefd. ‘Want ik neem je mee naar het beste visrestaurant van Londen,’ kondigde ze aan.Onderweg kwamen we langs een grote boekhandel op de hoek van Knightsbridge. De twee etalages werden in beslag genomen door een gigantische opstelling met haar nieuwste boek, opgestapeld in een wervelende spiraal die tot aan het plafond reikte. Ik staarde uit het raam, maar zij zei niets. En ik herinner me dat ik dacht: Ik vraag me af hoe het is om zo’n beroemde schrijver te zijn. Maar ik was te verlegen om het haar te vragen. Bij Wheeler’s kreeg ik van haar mijn eerste oester. Sindsdien ben ik eraan verslaafd.


West werkte voor feministische en literaire tijdschriften, zoals The Freewoman en Clarion en was ook suffragette. Denk je dat ze een pionier was op het gebied van feminisme, streed ze voor gelijkheid?

Op haar zestiende in 1909 schreef ze een brief aan The Scotsman, waarin ze opriep om vrouwen te laten stemmen, en daarvoor was ze al eens in de problemen geraakt op haar respectabele meisjesschool. Ik denk dat ze al heel vroeg op een missie was om deze vreselijke ongelijkheid, waarbij de helft van de bevolking minder rechten had dan de andere helft, te veranderen. Het betrof niet alleen stemmen of gelijke lonen. Het ging ook over het kunnen openen van een bankrekening, het kopen van onroerend goed en het besturen van een auto. Je zou bijna vergeten dat de wet vrouwen aan het begin van de vorige eeuw als tweederangsburgers beschouwde. Tegelijkertijd bestond er een aanzienlijk tegengeluid van sommige vrouwen zelf, die beweerden dat vrouwen ‘baarden lieten groeien’ als ze zouden stemmen. Er was zeker nog een hoop werk voor haar te doen, en haar zussen waren fanatieke suffragettes die haar van jongs af aan meenamen naar de protesten. Ik denk dat ze deze strijd waarschijnlijk liever niet had gevoerd, maar het was voor haar zo’n duidelijke roeping. Later, toen het feminisme groeide, besteedde ze meer aandacht aan de oorzaken van oorlog en de gevaarlijke hypocrisie binnen de linkse (en rechtse) politiek.


Denk je dat ze erg heeft moeten bewijzen dat ze een goede schrijver was, alleen maar omdat ze een vrouw was?
Ze heeft die erkenning wel gekregen: in 1957 schreef het tijdschrift Time dat ze de beste schrijfster van de wereld was, en president Truman noemde haar ‘de beste verslaggever ter wereld’.

Het was 1947, en ‘World’s Number One Woman Writer’, om precies te zijn. Niet lang nadat de processen van Neurenberg waren afgerond, kreeg ze die titel van ‘de beste verslaggever ter wereld’ toebedeeld. Vanwege haar intellect en vastberadenheid kreeg ze het voor elkaar om de nazi’s die terechtstonden als het ware onschadelijk te maken, door ze weer te geven als de sneue, kleinzielige mannen die ze daadwerkelijk waren. Ze beschreef Göring als ‘de madame van een bordeel’, die iedereen om hem heen manipuleerde. Streicher was een man van ‘het soort dat herrie schopt in parken’.Het is moeilijk in te schatten of ze minder erkenning kreeg omdat ze een vrouw was, er kan immers geen vergelijking worden gemaakt met een mannelijke versie van Rebecca uit die tijd. Ik weet echter wel dat vrouwelijke schrijvers nog steeds vaak worden beschouwd als schrijvers van ‘vrouwenzaken’, met een publiek dat alleen uit vrouwen bestaat. Maar ik denk niet dat Rebecca daar echt iets om gaf. Ze wachtte niet op een uitnodiging om zich bij de mannen aan de tafel te voegen waar de publieke opinie werd gevormd: ze trok gewoon een stoel bij, ging zitten en begon te praten. En haar genialiteit en inzicht waren onmiskenbaar, dus kon ze blijven. ‘Ik schrijf boeken om iets te weten te komen,’ zei ze. Voor haar was het uiteindelijk heel eenvoudig. 


Welk aspect van haar werk bewonder je het meest, haar romans of haar journalistieke artikelen, bijvoorbeeld die voor de The New Yorker over de processen van Neurenberg?

Ik hou van haar fictie, vooral wanneer haar werk neigt naar magisch realisme, zoals in de Aubrey-trilogie. Maar voor mij is haar krachtigste werk haar non-fictie, want dat is vandaag de dag nog steeds superrelevant. Ze was in staat de technieken van het fictieschrijven zo in te zetten dat ze historische en politieke gebeurtenissen met een opmerkelijke kracht aan de lezer kon overbrengen. Een voorbeeld is de passage in Black Lamb and Grey Falcon, waarin ze de kamer beschrijft vanwaaruit aartshertog Franz Ferdinand zijn dood tegemoet trad in 1914, het begin van de Eerste Wereldoorlog. Hij had een opmerkelijke haast bloeddorstig verlangen naar jagen, dus vult ze die kamer met de geesten van alle dieren die hij heeft gedood, waarbij de kleinere zich tussen de geweien en hoorns van de grotere moeten wurmen omdat het er zoveel waren. Dat is een fantastische manier om zijn persoonlijkheid tot leven te brengen.Ik denk ook regelmatig aan haar essay ‘Waarom mijn moeder bang was voor katten’, dat weerspiegelt voor mij al haar vaardigheden. Ze schrijft over iets dat ogenschijnlijk onbeduidend is en in het begin is het erg vermakelijk en grappig. Maar dan duikt ze plotseling de diepte in, en je bent al overtuigd, dus sleurt ze je mee naar beneden. Voor iedereen die eens iets van haar wil lezen, zijn die twee voorbeelden een goed begin.


West heeft een lang leven gehad en is negentig geworden. Heeft ze je weleens verteld of ze ergens spijt van had, of vond ze juist dat ze een goed en interessant leven had?

Ik betwijfel of ze me in vertrouwen zou hebben genomen over de dingen die haar speten, en mijn ouders hadden me verboden om ooit naar H.G. Wells te vragen. Ik denk niet dat ze echt aan zelfreflectie deed. Ze had waarschijnlijk een van de interessantste levens van de twintigste eeuw, onder andere doordat er zoveel is veranderd in die negentig jaar. Toen ze werd geboren zat koningin Victoria op de troon en toen ze stierf stond Boy George bovenaan de hitlijsten. Ze was als geen ander toegerust met nieuwsgierigheid, intelligentie en zelfvertrouwen. Ze kon veeleisende kritiek leveren en nam volledig deel aan wat er gaande was. Ze verwierf een zekere status, waardoor ze overal heen kon gaan en iedereen kon ontmoeten die ze maar wilde. En dat deed ze ook. Haar vriendenlijst is een soort ‘Wie is wie’ van de twintigste eeuw, van George Bernard Shaw tot Anaïs Nin.


Denk je dat ze het zijn van een serieus intellect bewust afwisselde met grappig zijn?

Ze was absoluut hilarisch! Het was typisch iets voor haar om te proberen haar lezers met een dikke pil zoals Black Lamb and Grey Falcon te ontmoedigen, om ze vervolgens bij het openslaan onmiddellijk hardop te laten lachen. En ze hield van lachen. Een van haar goede vrienden die haar tot het eind heeft bijgestaan was de komiek Frankie Howerd. Ik herinner me dat ik een verslag las over hun rondrit in haar Bentley, en dat ze zo hard moesten lachen dat ze ervan huilden.


West was bevriend met schrijvers als Doris Lessing. Weet je nog wat haar favoriete boeken waren?

Doris Lessing verwierp Rebecca, omdat ze al heel vroeg kritiek had op het Rusland van Stalin, en dit maakte haar een paria voor de Britse linkse intellectuelen, ook al kreeg Lessing daar later spijt van. Rebecca veegde de vloer aan met Tolstoj, zei dat August Strindberg ‘niet kon schrijven’ en noemde T.S. Eliot een na-aper toen de rest van de wereld hem onsterfelijk verklaarde. Ze was, zoals haar biograaf Carl Rollyson zei, ‘een geweldige negatieveling’.Ik weet eerlijk gezegd niet wat haar favoriete boeken waren. Ze probeerde me ervan te weerhouden om Engels te gaan studeren aan de universiteit van Oxford en bood aan me in plaats daarvan een leeslijst te geven met boeken die ze belangrijk vond. Ik heb er achteraf spijt van dat ik er niet op zijn minst mee instemde om de lijst te zien. Ik vraag me af wat erop zou hebben gestaan.


Je vertelde me dat je aan een film werkt over Wests bijzondere leven. Wanneer is deze film te zien? Heb je al ideeën over de actrices die de rol van de drie zussen moeten vertolken?

Ik wil anderen niet op ideeën brengen, maar het valt op dat de interesse in Rebecca weer toeneemt omdat ze zo fascinerend, levendig en exemplarisch is, dus ik hoop over een jaar of twee iets op het scherm te zien. Er bestaat niet eens een documentaire over haar – ongelooflijk!Wat betreft de casting, dat is een mysterieus proces waar ik niet veel van afweet, maar ik zweer dat mijn kat, Harry the Fancy Cat, een mooie en clowneske rode kater, een evenbeeld is van Rebecca’s kat, Ginger Pounce, en ik weet dat hij staat te springen om een auditie als het zover is.

 

Door Ana Fernández Abad, vertaald door Tara Boonstra

 

Gerelateerde artikelen

5 x trilogieën van historische romans

Ontsnap jij tijdens het lezen ook het liefst naar vervlogen tijden en spannende of zelfs baanbrekende gebeurtenissen uit de geschiedenis? Dan zijn deze historische romans zeker een aanrader.

Blog
Lees meer

Over De familie Aubrey van Rebecca West

Ben jij benieuwd naar de Aubrey-trilogie van Rebecca West? Redacteur Anne van Uitgeverij Signatuur vertelt waarom jij het eerste deel, De familie Aubrey, nú zou moeten oppakken!

Blog
Lees meer