Maak je ommetje weer leuker…

1. Tel de getallen

In de stad zie je overal getallen, en die opmerken is een goede oefening om je blik te scherpen. Begin gewoon te ‘tellen’ terwijl je loopt, en kijk hoever je komt. En uiteraard bestaat het spel uit het vinden van onverwachte vormen, maten en contexten, zoals verkeersborden, huisnummers etc. Ga op zoek naar een 1, dan een 2, een 3 enzovoort. Stop met tellen zodra je je bestemming hebt bereikt of pak het weer op tijdens je volgende verplaatsing, en ook die daarna. Doe het een hele week, een hele maand, een jaar… of de rest van je leven.

2. Kijk omhoog... en daarna verder omhoog

Als je nieuwe dingen wilt opmerken die je voorheen over het hoofd zag, kun je het best bij ‘omhoog’ kunt beginnen. Richt je blik niet op wat zich recht voor je ogen bevindt, maar net ietsje hoger. Omhoog kijken is een goed startpunt. Maar kijk je nóg een eindje hoger naar bijvoorbeeld de daken, waarvoor je je hoofd in je nek moet leggen en je veel langzamer moet gaan lopen of zelfs moet stilstaan, dan zie je soms verrassende dingen als wapperend wasgoed in de wind, een vlucht duiven bij een til of iemand die heimelijk ligt te zonnebaden op een balkon, maar ook schoorstenen en antennes.

‘Ik ben dol op het tellen van schoorstenen,’ vertelt Ingrid Fetell Lee, ontwerpster en auteur van het boek Vrolijkheid, in De kunst van het waarnemen. ‘Door naar schoorstenen te speuren richt je je blik vanzelf omhoog, wat een positieve uitwerking lijkt te hebben op je gemoed (misschien omdat er meer licht in je ogen valt). Het zorgt er daarnaast ook voor dat je een totaal ander deel van de stad ziet. Je wordt je bewust van de manier waarop land en hemel elkaar raken, van de verschillende manieren waarop daken worden gebouwd en van de dieren die hoog tussen de balken of in de boomtoppen leven.’

3. Volg de stilte

Kies als je buiten een ommetje gaat maken ervoor om de richting op te lopen die je het rustigst lijkt. Blijf doorlopen tot je op het stilst mogelijke plekje in de buurt bent. Blijf daar dan even staan of zitten. Neem de tijd om je omgeving in je op te nemen en wees je bewust van wat je allemaal wel én niet hoort.

4. Ontdek iets nieuws

Als we ergens als toerist zijn, beschikken we vaak opeens over een veel scherper waarnemingsvermogen. Op een nieuwe plek valt ons van alles op. Maar tegenwoordig bevinden we ons het merendeel van de tijd op vertrouwde plekken waar het nieuwe wel zo’n beetje vanaf is. We kijken niet meer op van onze omgeving en hebben er geen aandacht meer voor. Na tig keer hetzelfde rondje wordt dat toch vooral… saai. Waarnemingspsychologen noemen dit ‘onoplettende blindheid’. Probeer tijdens je bekende rondje eens ‘iets nieuws te ontdekken’. Let met name op…

• BEVEILIGINGSCAMERA’S
• BUURTPREVENTIEBORDEN
• IETS NATUURLIJKS (EEN PLANT, EEN VERDWAALDE VOGEL)
• STICKERS VAN SLOTENMAKERS
• ONKRUID
• ACHTERGELATEN WINKELWAGENTJES
• FIETSSLOTEN ZONDER FIETS
• ZELFGEMAAKTE BORDEN
• GSM-MASTEN

5. Een kleurenwandeling

Kunstenaar Munro Galloway instrueerde zijn studenten tijdens een college over kleur een uur te gaan wandelen. ‘Laat je leiden door kleur,’ luidde de opdracht. ‘Stel jezelf open voor kleur in je omgeving.’ Probeer het eens tijdens je wandeling en sta dan vooral eens stil bij de volgende vragen uit Galloways beschrijving van de oefening in het boek Draw It with Your Eyes Closed.

• Welke kleuren merk je het eerst op?
• Welke kleuren merk je pas na een tijdje op?
• Welke kleuren had je niet verwacht te zien?
• Welke kleurverbanden vallen je op?
• Lijken de kleuren gaandeweg te veranderen?

Probeer het eens! Veel wandelplezier!

Benieuwd naar de andere 126 tips? Lees dan nu De kunst van het waarnemen van Rob Walker.