Column Stuart Heritage: ‘Waarom sta ik naakt in een PowerPoint-presentatie?”
11 augustus 2018
Nieuws
Afgelopen juni was Stuart Heritage, auteur van het hilarische boek Mijn broer is een eikel, twee dagen op bezoek in Amsterdam. Hij gaf interviews, vertelde grappige anekdotes over zijn bijzondere relatie met zijn broertje Pete, trad samen met Paulien Cornelisse op in het theater en ontdekte op eigen houtje de hoofdstad. Het was een snel, maar beslist geen saai bezoek. Er is een leuke video-compilatie gemaakt, die je hier kunt terugkijken.
Stuart blikt terug op zijn bliksembezoek. Hij schreef er een column over, speciaal voor zijn Nederlandse fans.
Pete appte me. ‘Waarom sta ik halfnaakt in een PowerPointpresentatie?’ schreef hij.
Het is altijd een veeg teken als Pete appt. Hij appt alleen als hij door iets geobsedeerd is. Meestal houdt het in dat ik iets moet doen wat ik niet wil, of hij wil nagaan of ik datgene wat ik niet wil doen, wel naar behoren uitvoer. Op dit ogenblik ben ik bezig met de organisatie van Petes vrijgezellenfeest, en zodoende is hij continu bezig mij, met apps, tot achter de komma bij te sturen. Honderdduizenden apps, dag en nacht, zonder ophouden, over de kleinste details. Ik word er gek van. Elke keer als de telefoon in mijn broekzak zoemt, brokkelt er een stukje van mijn ziel af en sterft.
Maar nu had ik voor de verandering eens een voorsprong. ‘Wie zijn al die mensen die me zitten uit te lachen?’ schreef hij.
Ik kon hem opgewekt melden dat het een grote groep Nederlanders was.
Het boek dat ik over Pete schreef – over onze eeuwige strijd, op leven en dood, om een centimeter op de ander te winnen – was in het Nederlands vertaald. Dat wist hij. Hij wist ook wat de titel was, en toen ik hem eenmaal had gerustgesteld dat eikels uitgroeien tot stoere eiken, stemde hij ermee in. Maar hij wist niet dat ik naar Nederland was gereisd om te helpen het boek op de markt te brengen.
Hij wist al helemaal niet dat mijn vriendin Paulien Cornelisse in een theater een promotie-evenement presenteerde, en dat een diashow onderdeel van het programma was. Op een van de geprojecteerde foto’s staat hij met ontbloot bovenlijf voor een spiegel in een sportschool te poseren als een sloerie. Op het moment dat dit beeld op het grote doek verscheen, nam ik een foto en stuurde die hem. Daarom appte hij me.
Onze relatie als broers is er een van pieken en dalen. Als kind probeerde hij een mes in mijn ribben te steken. Als volwassene was hij getuige op mijn huwelijk, en verknalde vervolgens de receptie door zich met sambuca te bezatten en via de buikwand van mijn kersverse echtgenote scheldwoorden naar mijn ongeboren zoon te schreeuwen. Onze verstandhouding is soms in balans, maar vaker ruzieachtig, en dan grijpen we wat we pakken kunnen om de ander af te troeven.
Daarom ben ik blij dat mijn boek in Nederland uitkomt. Niet voor het geld. Niet omdat het mijn carrière in beduidende mate ten goede zou komen. Nee, ik ben er blij mee omdat het daardoor een soort internationale reikwijdte krijgt. In het Verenigd Koninkrijk weten ze al wat voor eikel mijn broer is, en nu weten ze het dankzij deze uitgave op het vasteland van Europa ook. Als ik ook maar één Nederlander ervan kan overtuigen dat mijn broertje een enorme kloothommel is, dan is mijn taak volbracht.
‘Ik ben in Amsterdam het boek aan het promoten,’ appte ik terug. ‘Een zaal vol mensen zat je uit te lachen.’
‘Kan me niet schelen, ik zie er fantastisch uit,’ antwoordde hij.
Dat doe ik nu al mijn hele leven: vergeefs proberen iemand te kakken te zetten die geen schaamte kent. 1-0 voor Pete. Alweer.