Zijn kleine wereld was rond en net zo verschrikkelijk als de grote.
Het uitzicht was scherp gedefinieerd en tegelijkertijd grenzeloos. Hij
kon een punt in de verte uitkiezen en inzoomen. Voorwerpen en
levende wezens naar zich toe halen of van zich afstoten. Ze over de
rand duwen en laten verdwijnen.
Dat gebeurde altijd in een circulaire dwarsdoorsnede van het nu,
eentje die gevormd en schaalbaar gemaakt werd door de fantastische
objectieflenzen in de verrekijker van Schmidt & Bender uit Wetzlar,
het hart van de Duitse optische industrie, waar ook beroemde namen
zoals Leica en Zeiss werden geproduceerd. Hij had echter altijd gezworen
bij s&b. Het voelde alsof hij zich zijn halve leven al in deze bijzondere
dimensie van de werkelijkheid bevond. Hier regeerde hij met het absolute
mandaat waarvan de 601 millimeter lange geweerloop van
zijn Finse Tikka T3 ctr hem voorzag.
Hij heerste over leven en dood.
Altijd met een wakend rechteroog en het linker op stand-by.
Hij verplaatste zijn camouflagenet een stukje en volgde de vier mannen
weer, die liepen en liepen, maar niet in staat waren zich los te
maken van het dradenkruis dat een aangeboren laag in zijn iris leek.
Op dit moment liepen de donkere silhouetten in een rij over het
laatste stuk enigszins besneeuwde, licht bevroren grond voordat het
bos begon.
De afstand was ongeveer driehonderd meter.