‘Mama?’ Dat was het enige wat het meisje uit haar mond kreeg voordat haar huilbui de overhand kreeg.
Er spoelde onmiddellijk een golf van paniek over het gezicht van de vrouw.
‘Kelly, wat is er? Waar ben je?’
‘Mamamamamamamama…’ Het snot en speeksel van het meisje dropen van haar lippen op het mobieltje.
‘Neem afscheid,’ bracht de man haar grimmig in herinnering.
‘Kelly, wie is dat? Wie is er bij je? Waar ben je?’
‘Hij gaat me vermoorden, mama. Ik moest jou van hem bellen om afscheid te nemen.’
Het gezicht van de vrouw werd slap van angst.
Zo zag hij het graag.
‘Ik hou van je, mama!’
‘Kelly! Brian! Bel de politie. Brian! Kelly, lieverd… Wacht! Wie is daar? Wie heb je daar bij je?’
Het meisje draaide het toestel om naar de man, die grinnikend zwaaide.
‘Hallo,’ zei hij. ‘Ik ga nu je lieve dochter vermoorden, terwijl jij toekijkt.’
‘Nee!’ gilde de vrouw. ‘Nee! Wacht! Wacht! Stop! Brian! Brian! Iemand heeft Kelly ontvoerd! Brian!’