De hooggeboren Jeremy Malcolm, tweede zoon van de graaf van Kilbourne, was de grootste vis die je kon vangen – in het balseizoen van het jaar onzes Heren 1818. Goed, hij had dan zelf geen adellijke titel en hij was slechts een jongere zoon, maar zijn tante van moeders kant had hem het grootste deel van haar aanzienlijke fortuin en een enorm landhuis in Kent nagelaten.
En daarbij had hij als man ook behoorlijk wat in huis.
Alleen de meest ambitieuze juffrouw zou de knappe Mr Malcolm afwijzen ten gunste van de markies van Mumford, die minstens vijftig was en geen kin had, enkel en alleen omdat men haar dan ‘milady’ zou noemen.
En welke vrouw werd in vredesnaam liever gewoon ‘milady’ genoemd dan ‘vrouw van Malcolm’?
Toch begon het erop te lijken dat geen enkele vrouw dat onvoorstelbare en unieke privilege ooit zou genieten.
Want aangezien hij geenszins een kluizenaar was en de feesten in Almack’s en verscheidene andere bals en bijeenkomsten bijwoonde, was Mr Malcolm bezig een reputatie te verwerven van flierefluiter, hartenbreker, dromenverwoester.
‘Een wat?’ vroeg Malcolm aan zijn vriend Lord Cassidy, toen die hem de laatste roddels over hem overbriefde.
‘Een dro-men-ver-woes-ter,’ verklaarde Cassie langzaam en nadrukkelijk.
‘Wat een onzin,’ antwoordde Malcolm, en hij draaide zich om en keek de balzaal rond, waarbij zijn blik op een mooie debutante viel.
‘Misschien kloppen de roddels wel. Je hebt mijn nichtje Julia ook vrij veel van een bepaald soort aandacht geschonken, en je bent nu al ruim een week niet meer bij haar langs geweest.’
Malcolm keerde zich weer om en keek zijn vriend verbaasd aan. ‘Ik heb je nicht begeleid naar de opera. Eén keertje maar. Ik heb haar geenszins “een bepaald soort aandacht” geschonken.’
‘Wat er in werkelijkheid is gebeurd, doet er niet toe. Het gaat erom wat mensen zeggen. En wat denk je dat het over Julia zei toen je niet meer langskwam? Ze heeft twee hele dagen opgesloten gezeten in haar slaapkamer omdat ze niemand onder ogen wilde komen.’
‘Als dat typerend is voor het gedrag van Miss Thistlewaite, moet ze niet klagen als mensen over haar roddelen.’
Cassie gaf geen antwoord en liet zijn verdere stilzwijgen over het onderwerp voor zich spreken. Hij zette een gekwetst gezicht op en hoewel Malcolm zijn vriend vurig verdedigde als werd gezegd dat Lord Cassidy sterk op een hond leek, kon Malcolm niet ontkennen dat de gelijkenis inderdaad bijzonder sterk was als Cassie zat te mokken.
‘Het spijt me, Cassie, dat je nichtje het doelwit van roddels is geworden.’ De grote bruine ogen bleven hem verwijtend aanstaren. ‘Het was niet mijn bedoeling haar van streek te maken, maar ik ga ook geen vrouw ten huwelijk vragen alleen maar omdat ik haar heb meegenomen naar de opera.’
‘Je hoort toch ook niemand beweren dat dat moet?’ zei Cassie.
‘Misschien niet, maar het is wel wat ze willen. Wat zijn dat dan voor dromen die ik zou hebben verwoest? Dromen om de “vangst van het seizoen” te huwen, enkel en alleen vanwege mijn fortuin en bezittingen. En ik kan alleen voldoen aan de talloze verwachtingen die ik kennelijk heb gewekt door polygamist te worden. Als ik zelfs maar met een jongedame praat, ziet ze zichzelf al helemaal naar het altaar schrijden.