Als therapeut luister ik de hele dag door naar de emoties en erva-ringen van mensen. Door dit soort werk krijg ik een blik op men-selijke ervaringen zoals je die werkelijk nergens anders kunt krijgen. De meeste sessies draaien rond de woorden ‘zou moeten’. Mensen vinden dat ze gelukkiger ‘zouden moeten’ zijn, of dat iets wat ze doen hun geluk in de weg zit, waardoor ze meteen in de spiraal van positieve schaamte belanden. In dit soort gevallen help ik mensen met een blik op dat ‘zou moeten’. Waar hebben ze dat geleerd? Klopt het? Is het op feiten gebaseerd? Kunnen ze de situ-atie op een andere, genuanceerdere manier bekijken? Anderen, zoals Dave, gebruiken positiviteit zelfs om te ontkennen dat er lastige emoties bestaan.
Dave zit tegenover me op een sofa, en hij straalt. Hij vertelt hoe geweldig hij zich voelt en over zijn fantastische gezin. Hij beweert dat hij oprecht gelukkig is; hij hoeft alleen maar wat beter zijn best te doen. In elke andere context zou dit gesprek normaal en zeer veelbelovend aandoen, ware het niet dat Dave en ik elkaar ontmoeten in een inrichting voor geestelijke gezondheidszorg, waar hij tot nader order is ondergebracht. Hij zit hier omdat hij graag drinkt en sommige mensen in zijn omgeving vinden dat het uit de hand loopt. Dave beweert dat hij graag drinkt omdat hij een gelukkige en sociale jongen is. Hij ziet dat absoluut niet als een probleem en denkt dat iedereen om hem heen een soort spelbreker is. Drinken alle gelukkige en sociale jongens niet evenveel als ik?
Er staat altijd een glimlach op Daves gezicht. Het is verwarrend en nu en dan misschien zelfs verontrustend om hem tussen de somberder, zwaarmoediger en zichtbaar lijdende patiënten door de kli-niek te zien stuiteren. Hij vindt het heerlijk om positief denken als copingvaardigheid te gebruiken en is er oprecht trots op dat het hem lukt om altijd gelukkig over te komen. Maar zijn drankgebruik, de onmogelijkheid om emoties te ondergaan en het gebrek aan hechte relaties vertellen mij een heel ander verhaal. In werkelijkheid is zijn positieve houding tijdens onze sessies en voor zijn herstel een groot probleem geworden.
Doordat het leven voor hem voortdurend ‘geweldig!’ is, heeft Dave moeite met zijn emoties uiten. Dat komt vaker voor dan je zou denken. Hij kan geen gevoelens uiten die niet positief zijn en is geneigd om dicht te slaan als het hem te zwaarmoedig wordt. Ik kan zien dat hij drinkt om deze gevoelens aan te kunnen, maar Dave ziet dat verband niet zo. Hierdoor kunnen we zijn verleden eigenlijk niet behandelen en geen plannen maken voor toekomstige problemen met zijn geestelijke gezondheid. Het komt niet in hem op om te accepteren dat zijn drankgebruik een probleem is. Volgens hem lossen alle moeilijkheden zichzelf op en is er niets wat niet met een positieve houding is op te lossen. Dave verschuilt zich achter zijn schild van positief denken en zolang hij niet leert om het neer te leggen, zal verandering vrijwel onmogelijk zijn.
De cliënten in mijn praktijk van wie het leven het meest bevredigend is, zijn degenen die lastige emoties wél kunnen ervaren. Ze zetten niet gewoon een glimlach op. Ze werken zich door de schaamte heen waarmee de strijd om de emoties te boven te komen gepaard gaat. Als we weten dat we onze emoties horen te ervaren en dat we ze niet uit de weg hoeven te gaan, is het makkelijker om optimistisch te zijn, omdat we alles aankunnen wat we tegenkomen.