In 2008 ben ik vanuit het Verenigd Koninkrijk naar de Verenigde Staten verhuisd en in de daaropvolgende jaren hebben een aantal van de hardnekkigste burgerprotesten in de Amerikaanse geschiedenis plaatsgevonden. Van Occupy Wall Street tot Black Lives Matter; van Colin Kaepernick tot Emma González; van de Women’s March tot Standing Rock en de coronaprotesten tegen de verplichte gezichtsmaskers. De jaren die ik in de Verenigde Staten heb doorgebracht zijn opvallend vanwege het openlijke verzet dat in die tijd heeft plaatsgevonden.
Mensen hebben marsen gehouden, ze hebben met spandoeken gedemonstreerd, ze zijn in staking gegaan. En dat deden ze ondanks een overheid die steeds autoritairder werd, een opkomende controlestaat en een sterk gepolariseerd politiek klimaat. Zowel juridische als sociale druk maakt de daad van rebellie steeds moeilijker – en daarmee voor sommigen des te noodzakelijker.
Brede sociale bewegingen kunnen een verschil maken. Maar hoe zit het met kleinschalig verzet?
Elk protest bestaat uit duizenden individuele demonstranten; elke demonstratie kent honderden individuele borden. Ieder van hen maakt een bewuste keuze om in verzet te komen: om op te komen voor waar ze in geloven, wat het ze ook kost.
Als psycholoog ben ik geïnteresseerd in wat deze individuele actoren motiveert en waar ze toe in staat zijn. Wat stelt hen in staat hun aarzeling of druk van buitenaf te overwinnen? Wat maakt dat ze de sociale kosten, de materiële gevolgen en zelfs het risico voor hun fysieke veiligheid naast zich neerleggen?
Wat gaat er, met andere woorden, om in ons hoofd als we besluiten om in verzet te komen?
Wat gaat er door het hoofd van mijn tienerzoon als ik hem zeg dat hij zijn huiswerk moet maken voordat hij zijn Xbox aanzet… en hij vervolgens precíés het tegenovergestelde doet?
Is een actie wel echt een daad van verzet als deze gebaseerd is op de overtuigingen of wensen van iemand anders?
Hoe kan onze impuls om in verzet te komen tegen ons worden gebruikt?
En vooral: hoe beslissen we wanneer we ja zeggen en wanneer we nee zeggen?
De antwoorden op deze vragen zijn niet alleen op straat, in de hoofden van revolutionairen en beeldenstormers of in collegezalen te vinden.
Je vindt ze in ons allemaal. Want voor elk moment van breed maatschappelijk verzet zijn er duizenden kleinere momenten, interacties van bescheiden verzet waarvan de impact niet gevoeld wordt buiten ons eigen leven – dat wil zeggen, niet meteen.