Ik zit lekker in een lunchroom en heb net besteld. In deze lunchroom maken ze de lekkerste cappuccino die ik in mijn leven, in Nederland, in Amsterdam, nou ja, in deze lunchroom ooit heb geproefd. Ik mag geen suiker van mijn personal trainer want ik ben bezig om een volledig afgetraind lichaam te krijgen, maar ik ga er toch lekker suiker in doen. Ik voel me zoals altijd goed.
Ik heb rust in mijn hoofd. Ik heb een afspraak met de uitgever om te praten over mijn tweede boek, want mijn eerste boek Waarom? Daarom! was een succes, dus met veel plezier willen ze dit boek uitgeven. Ik ben een halfuurtje eerder omdat ik zo zonder stress een parkeerplek kan vinden en ik wil voordat de afspraak begint al een beetje gesetteld zijn. Dat geeft mij rust.
Dat maakt mij gelukkig.
Om de tijd te doden pak ik mijn telefoon en zie dat ik wat appjes heb. Leuk, altijd fijn. De eerste app is van Julian, mijn jongste zoon van dertien. Hij is dolblij; hij heeft een 5,7 gehaald voor biologie. Er zijn genoeg ouders die hun kind een standje geven als hij maar een 5,7 haalt. Ik ben blij voor hem, want biologie is een vak dat hij heel moeilijk vindt. Een 5,7 is volgens zijn theorie een 6, maar voor hem voelt die 6 omdat hij vorig jaar is blijven zitten als een 10. Dus ik stuur een duimpje omhoog naar hem terug.
Randy, mijn oudste van twintig, stuurt ook een berichtje. Hij heeft een boete van 160 euro gekregen omdat hij met de scooter door rood is gereden en hij begrijpt er helemaal niets van. Hij is helemaal verontwaardigd. Ik app hem terug: Relax: je bent door rood gereden, zonder dood te gaan. Met een duimpje omhoog erbij. En die boete ga je zelf moeten betalen, je weet: hoe eerder je hem betaalt hoe eerder je ervanaf bent. Ik drink happy door van mijn cappuccino.
Dan appt mijn vrouw Farah (net als in mijn vorige boek is de leeftijd bij de redactie bekend), ik hou van Farah, zij is de liefde van mijn leven, we zijn al meer dan dertig jaar bij elkaar, maar elke keer als ik zomaar een appje van haar krijg, word ik toch een beetje onrustig: wat had ik beloofd, wat zou ik nog doen? Terwijl dat nerveus worden om een appje heel vaak nergens voor nodig is, meestal, maar op de een of andere manier krijg ik toch dat gevoel.
Ik bekijk het appje, Farah straalt op de heel mooie foto die ze heeft gestuurd. Ze staat in een paskamer en het onderschrift luidt: Eindelijk de broek gevonden waar ik al tijdenlang naar op zoek ben. Eigenlijk vind ik dat ze helemaal geen broek nodig heeft, in mijn ogen heeft ze al vier van deze broeken in de kast hangen, maar ze kijkt zo blij, dat ik daar ook blij van word. Want mijn vrouw is gelukkig. Dus ik stuur een duimpje omhoog terug.
Het is een mooie dag, ik ben aan het genieten en ik staar tevreden, gelukkig naar buiten als ik word gestoord.