Tijd van wonderen
De eerste keer dat Filippa overleed, waren Olga en ik net zeven geworden. Onze grote zus verloor plotseling het bewustzijn. Ze viel door een gat in de tijd en trippelde op haar tenen naar het tere schijnsel van ‘de andere kant’. Eindeloze rijen zielen bewogen om haar heen en zij was een van hen.
Mijn moeder haalde de pope van de Alexander Nevskikerk aan de Bredgade erbij. Gebedssnoeren en cyrillische tongentaal vulden, samen met de rest van mijn familie, de slaapkamer van Filippa aan de Palermovej. Mijn tweelingzus Olga zat op het bed. Ze had gehuild. Haar ogen waren nog groener dan ze normaal al waren. Onze Russische oma Varinka stond aan het hoofdeinde in haar ochtendjas, die naar augurken rook.
Zelf had ik nog nooit iets bovenaards meegemaakt en ik werd heen en weer geslingerd tussen jaloezie omdat God het gezelschap van Filippa boven het mijne verkoos en angst dat ik mijn grote zus voor altijd had verloren. Ik weet niet of Filippa naar het leven werd teruggetrokken door de