Een ode aan Elsa Hoffa
Else Hoffa (1885-1964) was van jongs af aan gefascineerd door de tuin. Dat kwam onder andere door haar vader, die een kwekerij had. Tegen zijn wil begon ze in 1908 aan een opleiding tot tuinier. In april 1913 trad Else Hoffa in dienst bij de Joodse Max Warburg, die het landgoed Kösterberg in Blankenese van zijn vader geërfd had. Hij liet er een statig landhuis bouwen en Hoffa, die bevriend was met Max Warburgs vrouw Alice, kreeg de leiding over twaalf tuinmannen en vijf studenten. Else Hoffa was toen achtentwintig en de eerste vrouwelijke hoofdtuinier van Duitsland.
Gedurende de 25 jaar die volgden, legde zij een prachtige tuin aan de Elbe aan. Haar Romeinse tuin was in 1924 gereed. In 1938
emigreerde Hoffa, die Joodse voorouders had, vanwege de oorlogsdreiging in Duitsland naar Engeland. Daar werkte ze als tuinier, onder andere bij een landhuis in Oxfordshire en in de Royal Botanic Gardens in Londen. In 1946 werkte ze als hoofdtuinier in Coventry, waar ze de Lady Herbet’s Garden beheerde. In 1956 ging Else Hoffa met pensioen en keerde zij een jaar later nog eenmaal terug naar Hamburg om haar Romeinse tuin nog een keer te zien.
Een tuin aan de Elbe is een ode aan Else Hoffa. Auteur Marion Lagoda wilde deze pionier graag herdenken en tot leven wekken in een roman.