De eerste verhalen van Viggo in dit verslag zijn pas een paar maanden later geschreven. Hij kon de eerste zes weken na het infarct helemaal niet schrijven. Nou ja, korte berichtjes, die vaak bestonden uit maximaal twee woorden zoals: ‘Gaat wel.’ Of: ‘Moet beter.’
Of: ‘Oké, oké.’ Er ging veel in zijn hoofd om, maar hij had nog niet de vaardigheid beschikbaar om dat uit te leggen, en al helemaal niet om het op te schrijven.
Ik merkte wel vanaf het begin dat er veel verhalen in zijn hoofd zaten. Maar omdat het praten zo ontzettend veel moeite kostte en hij ook vaak niet goed te verstaan was, hield hij het kort. Ook om zichzelf te beschermen. Hij heeft wel veel vastgelegd in zijn hoofd.
Dat bleek wel toen hij eenmaal begon met schrijven.
Elk verhaal dat hij mij stuurde was achterelkaar door ingetikt, zonder alinea’s. Korte zinnen. Niet te veel woorden. Geen bijzinnen. Eén groot geheel. Later werden de zinnen langer.
Voor de leesbaarheid heb ik zijn zinnen soms wel een beetje verlengd en er ook spaties aan toegevoegd. Maar verder zijn het Viggo’s
eigen woorden.
Peter