Het lijkt wel of je overal oudere volwassenen – generatie X’ers, millennials en boomers – in sombere en wanhopige bewoordingen over ‘de jeugd van tegenwoordig’ hoort spreken.
In mijn achttien jaar als ontwikkelingswetenschapper en dertien jaar als ouder heb ik het gehoord langs de sportvelden, bij de wedstrijden van mijn kinderen, in de directiekamers van grote bedrijven die ik advies heb gegeven en bij de waterkoelers op de scholen die ik heb bezocht. ‘Het boeit ze gewoon niet’, ‘Ze spreken een andere taal’, ‘Ze menen er recht op te hebben’, ‘Ze zijn te gevoelig’. Maar stel je eens een wereld voor waarin oudere volwassenen op zo’n manier omgaan met jongeren van tien tot vijfentwintig jaar dat de volgende generatie zich geïnspireerd voelt, enthousiast en klaar om een bijdrage te leveren – in plaats van afgehaakt, verontwaardigd, bezorgd of overweldigd.
In een dergelijke wereld zal het werk van managers eenvoudiger zijn, omdat hun jongere medewerkers gemotiveerd en zelfredzaam zullen zijn. Ouders zullen gelukkiger zijn, omdat ze niet hoeven te vrezen dat hun kinderen in tieners veranderen. Opvoeders zullen zich succesvoller en minder opgebrand voelen, omdat ze een gestreste of losgeslagen generatie jongeren kunnen bereiken. En de rest van de mensen zal de kloof tussen de generaties met vertrouwen en zonder een woordenstrijd kunnen overbruggen.
Ik heb deze wereld gezien in het leven van geweldige managers, ouders, opvoeders en coaches. Ik heb bestudeerd wat ze doen en hoe ze praten. Ik heb gebruikgemaakt van de wetenschappelijke methode – hypothese, experiment, data, resultaten – om te begrijpen waarom ze effectief zijn. Ik heb dit boek geschreven, omdat ik de geheimen die ik heb geleerd wil delen. Dit boek is voor iedereen die deze betere wereld uit de eerste hand wil ervaren bij hun interacties met jonge mensen in de leeftijd van tien tot vijfentwintig jaar. Het laat zien hoe je ervoor kunt zorgen dat je niet langer botst met de volgende generatie maar die juist kunt gaan inspireren.
Het idee voor dit boek is voortgekomen uit een eenvoudige observatie die ik ongeveer tien jaar geleden deed, namelijk dat veel gewilde programma’s om de gezondheid en het welbevinden van jongeren te bevorderen schokkend ineffectief waren.