Ik woonde in Amsterdam, had een gigantisch sociaal leven en een
goede baan met fijne collega’s. Toch voelde ik me jarenlang ontzettend
eenzaam en ongelukkig. Niemand kon me werkelijk bereiken.
Ik droeg een vrolijk masker, terwijl ik vanbinnen geen idee had wat
ik met mezelf aan moest. Als we met vriendinnen een weekendje
weg gingen, wist ik niet hoe snel ik weer moest vertrekken. Tijdens
een etentje was ik al aan het bedenken bij welke gang ik weg kon
sneaken, en zodra ik de kans kreeg vertrok ik. Ik bedacht ontelbaar
veel smoesjes om ergens maar niet te lang te hoeven zijn. Ik heb
door de jaren heen zoveel afspraken afgezegd dat mensen bijna
schrokken als ik iets wel door liet gaan. Vrienden en familie sloot
ik buiten en ik was altijd aan het rennen naar morgen om maar niet
te hoeven voelen. Op dat moment wist ik eigenlijk nog helemaal
niet waarvoor ik aan het rennen was en hoe de pijn te verklaren
viel. Ik stond er simpelweg niet bij stil.